Monday, August 12, 2013

On the road to Far-o-way

Liefste vrienden,

We zitten een tijdje met beperkt internet (en hoe ver moet je daar in deze tijden al niet voor gaan?) dus deze post wordt er een met veel informatie en geen fotomateriaal!

We beginnen ons verhaal aldus: onderweg naar de Lynx Track Farm, zagen we een lynx.  Een van de moeilijkst te spotten zoogdieren van Canada, stak op zijn dooiste gemak de weg over, net wanneer wij er kwamen aanrijden.  Hij bleef nog even fotogeniek langs de kant wachten.  Tevergeefs, want wij waren te veel in extase en bijgevolg te onhandig en traag met de camera.  Er volgde wel een klein feestje in de auto, met veel high fives en 'vuistjes'.  Alsof het onze verdienste was dat we een lynx zagen passeren.  Niet dus.  Alhoewel, we kozen wel voor de road less traveled.

Voor de hele historie, spoelen we de tijd een aantal dagen terug:

Canada is fantastisch, hadden we dat al gezegd?  Maar het is op z'n best als je er de tijd voor kan nemen.  En die luxe hebben wij ons nu eenmaal toegeĆ«igend.  We rijden van Yellowknife naar Faro via de Mackenzie Highway, de Liard Highway en de Alaska Highway.  Dat is ongeveer 2320 kilometer, waarvan het merendeel gravel.  Geen beschaving, geen huizen, geen winkels, geen tankstations.  Enkel uren en uren bos, bergen en meren.  Bizons, een enkele zwarte beer (geen foto, uiteraard) en een lynx (vuistje!).  Enkel wij twee onderweg.  De gesprekken in de auto vallen regelmatig stil.  We worden de mond gesnoerd door de pracht van het landschap.

We planden onze eerste nacht door te brengen in het Territorial Park van Sambaa Deh. Het schijnt dat de watervallen daar nogal de moeite lonen.  Onderweg zien we echter hier en daar langs de kant vuurhaarden. We proberen de plaatselijke brandweer te bereiken, maar er is geen gsm-netwerk.  Logisch.  Als er ook voor ons een gigantische rookwolk opduikt, beginnen we toch een beetje te panikeren, zeker omdat er 20 liter benzine op ons dak ligt.  We stoppen dan maar om de jerrycan in de tank te gieten, en zien dat het park effectief gesloten is wegens bosbranden.  Na een poos eenzaam (en plankgas) verder rijden op de verlaten zandweg, ontmoeten we een drietal gemeentewerkers, de rust zelve.  Ze raden ons slechts aan de ramen te sluiten tegen de rook.  Als het te erg wordt, zullen ze wel een escorte op ons afsturen.  Daar is gelukkig geen reden voor, en 200 kilometer verder arriveren we in een prachtig park waar we met een gerust hart onze tent kunnen opzetten.

Tijdens de rest van de trip gebeurt er niet heel veel.  We zien een lynx (toch de moeite van de herhaling waard), steken de grens met de Yukon over, kamperen vlabij de Liard Hotsprings (waar ook Chris McCandles wat tijd spendeerde onderweg naar Alaska) en logeren twee nachten in Whitehorse, de hoofdstad van het territorium.

Van daaruit is het nog een goeie 350 kilometer naar Faro, een spookstadje, bijna compleet verlaten sinds de sluiting van de mijnen.  Op 15 kilometer daarvandaan ligt het huis waar wij nu op passen.

Het is onmogelijk om de bijna surrealistische schoonheid van dit land onder woorden te brengen, en het is zo mogelijk nog moeilijker om er foto's van te trekken.  Wat natuurllijk niet wil zeggen dat wij dat niet met onstopbaar enthousiasme proberen.  U zal echter nog wat moeten wachten op die foto's.  Net als op die van onze drie paarden, elf honden en twee lama's.  Die zijn voor volgende keer.

Kuskus en tot later,
Jan en Fien




1 comment:

  1. Eigenlijk heeft zo'n post zonder foto's ook wel iets. #filminmijnhoofd (mogelijk ook #beroepsmisvorming)

    ReplyDelete